Een herstelverhaal kan voor de lezer een bron van herkenning, hoop en kracht zijn. De hobbelige weg van ontwrichtende ervaring naar herstel wordt beschreven. Ondanks dat er vaak meer niet dan wel beschreven wordt had ik aan het begin van herstel graag een dergelijk verhaal willen lezen. Bij vragen, opmerkingen of wat dan ook mag contact opgenomen worden!

Herstel foto van Rogier van der Sluis

Mijn herstelverhaal

Tegenwoordig praat ik over mijn klachten, alleen nog niet met iedereen en nog niet op elk moment. In vergelijking tot enkele jaren geleden zou je kunnen zeggen dat ik stukken opener geworden ben. Hierdoor heb ik het gevoel dat er een enorme last van mijn schouders gevallen is. Die enkeling die er nog voor kiest om botweg niets meer van zich te laten horen wanneer ik subtiel vertel hoe het gaat zoekt het maar uit, daar maak ik mij niet meer druk om.

Men wil vaak weten wanneer en hoe mijn klachten begonnen zijn. Tjah, wanneer begon het eigenlijk? Dit is precies de vraag waardoor ik bij één van de intakes ruzie heb gekregen met de GGZ-dame tegenover mij. Ik weet niet beter of er was altijd al angst en angst gerelateerd geneuzel. Feit is wel dat naarmate ik ouder werd de klachten toenamen en ik ook meer en meer door kreeg dat wat ik voelde niet door iedereen gevoeld werd.

Mede hierdoor had ik vrijwel geen aansluiting bij leeftijdsgenoten. Ik begon mij steeds meer terug te trekken en kwam op een gegeven moment enkel nog met moeite naar buiten voor school of werk. Dit ging overigens altijd gepaard met overgeven, continu denken aan doodgaan, paniek en zo snel mogelijk weer op een veilige plek aankomen waar ik verder kon stressen.

Mede omdat mijn huisarts mij nooit het gevoel gaf mij te begrijpen, met onterechte opmerkingen als: “Jij was toch die jongen waarbij wij dat gekke sprongetje op het hartfilmpje zagen?”, bleven mijn klachten verergeren. Inmiddels dacht ik de hele dag dat ik dood ging, kreeg ik overal paniekaanvallen en kon ik enkel nog met moeite van boom naar boom en onder balkons door buiten komen. Dit omdat ik in geval van het wegvallen van de zwaartekracht iets had om mij aan vast te houden.

Ook simpelweg thuis zijn, mij terugtrekken zoals ik vroeger deed, lukte niet meer nadat ik bedacht had dat aan de andere kant van de 30cm dikke betonmuur allemaal vreemde mensen rondliepen. Ik was dus eigenlijk nooit echt alleen. Inmiddels werden de klachten niet alleen steeds erger maar kreeg ik ook door dat het niet de goede kant op ging. Een zoveelste bezoek aan de huisarts leek vooraf nutteloos. De huisarts, een andere dankzij bemoeienis van mijn moeder, luisterde naar mijn gedachten, herkende de fysieke klachten en de beperkingen die ik daardoor ondervond en stuurde mij door richting GGZ.

Na enkele weken die aanvoelde als jaren mocht ik langskomen bij de GGZ. Dit was de intake waarbij ik ruzie kreeg met de GGZ-dame, het leek wederom alsof ik voor Jan Lul in gesprek was met een hulpverlener. Ik kreeg medicatie en na een behoorlijke begin dip ging het vrij snel beter met mij. Die enkeling die wist waar ik ongeveer last van had zag verbetering en voor ik het wist was de behandeling voorbij. Dossier gesloten, volgende patiënt!

Men dacht dat ik door de medicatie vrij was van klachten, dit hoopte ik in eerste instantie ook, probleem opgelost! Maar al vrij snel kwam ik er achter dat medicatie nog niet betekent dat klachten verdwenen of beheersbaar geworden waren. Maar hoe ga je dit vertellen, heb ik weer iets nieuws bedacht, het leek toch steeds beter te gaan. Met deze vragen heb ik nog zeker tien jaar rondgelopen.

Gedurende deze jaren begonnen oude en nieuwe creatieve hersenspinsels die met allerlei beperkingen gepaard gingen de kop op te steken. Zo wilde ik alleen in de nacht en zwaar vermoeid de straat op. Regelmatig kreeg ik een paniekaanval gevolgd door een dagenlange domper. Het was ook niet prettig te denken dat iemand mij in de rug zou aanvallen wanneer ik bijvoorbeeld op een station was. Deze drie voorbeelden zijn lastig te combineren met een werkzaam leven maar konden lange tijd onopgemerkt blijven omdat ik voor mijzelf werkte.

De gedachte dat het geen nut had mij te laten helpen door een psychiater groeide. Kan ik niet beter zelf iets bedenken? Middelen zoeken om het te onderdrukken of er op een zo prettig mogelijk (te vinden) wijze een punt achter zetten? Inmiddels durfde ik mijn huis niet uit, mijn wc niet op, mijn douche niet onder en was ik de gehele dag bang dat ik iets zou doen of mij iets zou overkomen. Het voelde als idioot en werkelijkheid tegelijk maar ik kreeg het niet onder controle en hield vrijwel al mijn gekkigheid voor mijzelf.

Mijn neefje, de zoon van mijn broer, werd geboren. Die ook nog eens naar mij vernoemd zou worden. Dat ik mij psychisch ingestort voelde mocht van mij niet gaan betekenen dat mijn neefje moest gaan rondlopen met de naam van iemand die kort na zijn geboorte door omstandigheden overleden zou zijn. Daarnaast kon ik de gedachte mijn vriendin verdriet aan te doen, terwijl ze altijd goed voor mij is, niet verdragen. Verder interesseerde het mij allemaal weinig meer.

Om deze twee redenen heb ik wederom hulp gezocht, zelf veel inzet getoond en niets gedaan waar ik later spijt van zou krijgen of in het geheel geen spijt meer van zou kunnen hebben. Door naar mijn ouders zo open als voor mij op dat moment mogelijk te zijn hebben zij de ernst van de situatie ingezien. Ook mijn vriendin was soms meer hulpverlener dan vriendin. Ik voelde op deze momenten totaal geen band met mijn familie maar ze hebben mij opgevangen toen het nodig was. Het alternatief, in het meest rooskleurige geval een logeerpartij op inmiddels mijn werk (GGZ), is mij hierdoor bespaard gebleven.

In eerste instantie verergerde de paniekaanvallen en angsten. Soms zat ik zo hoog in mijn angsten dat ik allerlei mensen hoorde schreeuwen, maar nadat ik om mij heen keek bleek er niemand aanwezig. Achteraf gezien had ik moeten tekenen voor opname. Toentertijd verzette ik mij hier enorm tegen en was bereid tegen (huis)artsen te liegen, of hen vooral in het onwetende te laten, om mogelijke opname te voorkomen.

Dingen achterhouden heeft mij in het verleden niets dan gezeik gebracht ook al dacht ik juist met openheid het noodlot te tarten. Want wie spreekt over sterven zal onderweg van de afspraak bij de GGZ naar huis toch iets moeten overkomen. Het noodlot niet tarten was iets waar ik de gehele dag mee bezig bleef. Alle mogelijke soorten bijgeloof en bijkomende belemmerende gedachten tot gevolg.

Nadat ik mij steeds meer ingelezen had wat angsten en angst gerelateerde zaken betreft bleek uit meerdere bronnen naar voren te komen dat het irreëel is. Maar iets dat irreëel is kan toch niet zo werkelijk aanvoelen? Dit heeft mij doen besluiten om de proef op de som te nemen. Mocht het fout gaan was dat in mijn ogen geen probleem, dat punt hadden we namelijk al gepasseerd.

Het onder ogen komen van mijn angsten was vanaf dat moment wat ik van mijzelf moest doen wanneer er weer allerlei gruwelijkheden in mijn hoofd afspeelden. Dit heeft er mede toe geleid dat ik bovenstaande foto gemaakt heb. Het stukje dijk op de foto is gekozen omdat daar in mijn beleving geen ambulance op tijd aanwezig kon zijn.

Door op die plaats aan deze foto te werken stelde ik mij enorm kwetsbaar op, ik zweette als een otter, had een torenhoge hartslag maar kwam uiteindelijk levend en wel thuis. Het was één van de eerste ervaringen dat het mogelijk toch goed komt. De bedachte noodsituaties konden misschien afgewend worden.

Wanneer ik bijvoorbeeld dacht dat het gevoel dat ik ervoer in mijn lichaam op zijn minst dodelijk moest zijn, ging ik op bed liggen. Als ik na 15 minuten kon opstaan was mijn gedachte en angst irreëel. Iedere keer ging ik vol adrenaline en ongerustheid op bed liggen en kon ik na 15 minuten enigszins verbaast, moe maar opgelucht weer opstaan.

Ik had, in tegenstelling tot eerder, iets gevonden dat op houvast begon te lijken. Er was een manier om de gedachten over te laten waaien. In eerste instantie nog door er mee bezig te zijn en actief aan te tonen dat het irreëel was. Later werd denken: “laat maar gebeuren, het zal wel ok zijn” al genoeg om in veel gevallen de angst te doen afnemen. Natuurlijk voelde ik de angst wel maar ik werd niet meer beperkt in mijn handelen.

Het gaf mij iets in handen dat mij verder kon helpen. Hierdoor voelde ik mij gesterkt nieuwe dingen te gaan doen. Zoals niet meer om 18:30 uur gaan slapen, normale nachten maken. Door de vermindering van stress was het niet meer nodig de dag zo vroeg af te sluiten omdat deze te slopend was om vol te houden. Ook ben ik begonnen met bezigheden buiten de deur.

In eerste instantie was het buiten de deur komen een doel op zich, zelfs het belangrijkste. Ik ging naar fitness met een personal coach, dit omdat ik dan werkelijk moest komen. Maar ik voelde mij al enorm succesvol wanneer ik op de fitness aangekomen was. Wat er verder tijdens de les gebeurde interesseerde mij niet. Ook leren kanoën was voor mij niet de hoofdreden om kanolessen te volgen, het ging om het krijgen van enige structuur en onder de mensen zijn.

Door mij kwetsbaar op te stellen viel er een last van de schouders maar tegelijkertijd had ik met enige regelmaat het gevoel dat er op mij ingehakt werd. Zo moest ik bijvoorbeeld vanwege regelmatig uitvallen op mijn nieuwe werkplek naar de bedrijfsarts. Voordat deze in beeld kwam had ik zelf al een psychiater gevonden en met hem overleg gehad over hoe mij er bovenop te krijgen. De bedrijfsarts wilde mij zo snel mogelijk weer aan het werk krijgen, hij deed dit door mij iedere afspraak o.a. te vertellen wat ik allemaal niet meer kon…

Meerdere “vrienden” die ik op de hoogte bracht van mijn toestand door hen een subtiele variant van mijn verhaal te vertellen hebben vervolgens niets meer van zich laten horen. Wanneer ik contact met hen zocht werd ik totaal genegeerd. Dit was net zo herstel bevorderend als de inbreng van de bedrijfsarts. Helaas gebeurt ook dat als je open bent, het is daarom van belang sterk te blijven en dit niet aan je te laten knagen, erg lastig overigens.

Door open te zijn heb ik inmiddels meer mensen leren kennen dan dat er afgehaakt zijn. De mensen waar ik contact mee heb zijn op de hoogte en respecteren mij (voor zover ik in kan schatten). Ze kunnen vragen naar mijn klachten, ze mogen er naar vragen, maar het is geen punt van discussie of een mogelijke reden om contact op te zeggen.

Door op mijn ritme te letten, medicatie in te nemen, regelmatig (met tegenzin) te sporten en een meer open houding richting anderen aan te nemen ben ik weerbaarder geworden. De gedachten en angsten zijn niet weg maar ik heb ze onder controle voordat het uit de hand loopt. Hierdoor ben ik niet meer de persoon die ik vroeger was, of beter gezegd, tegenwoordig ben ik mijzelf zonder geheel ondergesneeuwd te zijn door de angsten, paniek, verhullend gedrag en aanverwant geleuter (Omdat de angst zo dominant was blijf ik al het onderliggende aanverwant noemen, de psychiater noemt het geheel ass).


https://www.zorgkaartnederland.nl/
(wanneer je bijv. een psychiater zoekt.)

https://www.113.nl/
(als de dood een optie lijkt te zijn.)

https://www.deluisterlijn.nl
(wanneer je in gesprek wilt met iemand.)

https://www.youtube.com/
(bekijk dit, dit of dit als je even iets totaal anders wilt.)